Podcast Herzeelse Gidsen: Rosalie Daem, een heldin in haar tijd

10 juli 2021 | HelemaalHerzele | Cultuur

Straatnaambord van de Rosalie Daemstraat in Herzele ©Magda De Leeuw

Met ons programma op Radio Star en deze website zetten we de troeven van onze eigen gemeente graag in de verf. Of beter: de nieuwbakken lading Herzeelse gidsen doet dat voor ons. Ze vertellen met veel enthousiasme en kennis van zaken over onze Herzeelse pareltjes. Magda De Leeuw vertelt ons het verhaal van Rosalie Daem in tijden van miserie.

Weten jullie waarom de Herzelenaren naast Makraangasten ook de spotnaam van Ganzewachters dragen? Tot midden de 19e eeuw zag de Groenlaan, die toen de “Peerdenmerckt” heette er totaal anders uit dan nu. Oude kaarten leerden ons dat er zich daar waterputten bevonden.

(lees verder onder de kaart)

De ligging van de waterputten en de wijk Dries in 1850

De ligging van de waterputten en de wijk Dries in 1850. Basiskaart Vandermaelen - Kaartbewerking door Gabriël Redant

 

Elke woonkern had toentertijd een blusput om bij brand snel water te hebben en Herzele had er op de Groenlaan maar liefst 11. Er waren er ook nog 2 op de Markt en nog een aantal verspreid over het dorp. Ze werden ook gebruikt als drenkplaats voor paarden en vee. Ook werd er vlas in geroot. In de omgeving woonden enkele ganzenboeren, die met hun dieren de graskanten afliepen en bij een passage op de Groenlaan namen die ganzen er een verkwikkend bad. Vandaar de spotnaam: Ganzewachters.

De putten werden rond 1854 grotendeels gedempt, toen er in Herzele een verschrikkelijke cholera-epidemie heerste, omdat het vermoedelijk broeihaarden waren van de cholerabacterie. Cholera en honger zijn “compagnons de routes”. Vaak ging een hongersnood aan een choleragolf vooraf. Het jaar 1848 en volgende zijn ware rampjaren.

De zomer is heel nat en de aardappelen worden door de “plaag”, een soort schimmel, aangetast. Er komt ook nog “roest” in de tarwe en rogge. Een brood kostte algauw veertig centiemen in plaats van veertien, zodat het brood voor de gewone man, niet meer betaalbaar was. Drie misoogsten volgden elkaar op.

De slachtoffers van de cholera vielen voornamelijk op de Dries (in die tijd een verarmde buurt) en in mindere mate in de wijk Sint-Rochus en in het Wolvenstraatje. Cholera is ontegensprekelijk verbonden met vervuild water. De ziekte sloeg dan ook toe in de nabijheid van poelen en putten waarvan het water door de bevolking voor huishoudelijke taken gebruikt werd. In Herzele was dat de “Landpoel” op de Groenlaan en “Vuysten’s rootje” op den Dries. In deze laatste mondde een rioolpijp uit met het afvalwater van de Groenlaan. De “Landpoel” werd door schaapherders en ganzenkwekers als drinkplaats voor hun dieren gebruikt.

De slechte hygiënische omstandigheden zorgden ervoor, dat binnen hetzelfde huisgezin verschillende slachtoffer vielen. In eerste instantie werden de slachtoffers geholpen door hun naaste familieleden. Sommige mensen die de ziekte opliepen hadden niet te tijd om zich naar bed te begeven. Ze vielen op straat of in hun woning neer. Anderen, sterker van gestel, bezweken na 2 à 3 dagen. Weinigen waren bereid om hulp te bieden uit vrees voor besmetting. Al het werk kwam grotendeels op de schouders terecht van een dokter van Aaigem (want Herzele beschikte toen over geen dokter), de dorpspastoor én van Rosalie Daem, in de volksmond later bekend als “Kuipers Meetjen”.

(lees verder onder de foto)

De Groenlaan

De Groenlaan ©Magda De Leeuw

 

Rosalie Daem was de dochter van Donatus Daem. Zijn beroep was kuiper en de familie woonde in een armzalig huisje op de Dries. Als twintigjarige trotseerde zij deze verschrikkelijke ziekte. Zij ging van huis tot huis waar haar hulp nodig was. Met veel zorg verpleegde zij de zieken en meermaals trof men haar ’s morgens aan, door moeheid ingeslapen, naast een lichaam, dat ondanks al haar goede zorgen, ’s nachts toch overleden was. Nadat zij hen de ogen had gesloten, ging zij bij de meer begoede burgers in het dorp een vers gewassen hemd afbedelen om de dode toch behoorlijk te kunnen begraven.

Na drie ellendige weken, dag en nacht voor de zieken en doden te hebben gezorgd, keerde Rosalie naar huis terug. Haar vader, die schrik had, dat zij die vreselijke ziekte in het huisgezin zou brengen, weigerde haar aanvankelijk binnen te laten. Doch uiteindelijk gaf hij toe. Rosalie bleef zich ten dienste stellen van de zieken.

Wanneer enige jaren later de dorpsgenoten getroffen worden door een kwaal “den rooden loop”, genaamd, sprong ze opnieuw in de bres. Met “Rooden loop” bedoelden ze vroeger “dysenterie” en het is een soort van diarrée waarbij de zieke veel bloed in de stoelgang heeft, vandaar die naam. Voor haar inzet voor de zieken en stervenden, kreeg zij van de staat een toelage van 30 frank. Rosalie Daem stierf in 1906.

In Herzele stierven vermoedelijk 29 personen aan de cholera. En dit in een tijdspanne van 3 maanden, van september tot oktober 1854.

Radiostem Sofie Lemaire kwam in 2020 in de kijker met haar actie “meer vrouw op straat”. In 2005 kende onze mooie en vooruitstrevende gemeente echter al een vrouwennaam toe aan een straat. De “Rosalie Daemstraat”. Wanneer je daar passeert of inloopt, denk dan eens aan deze verdienstelijke jonge vrouw, die zich in 1854 belangeloos heeft ingezet voor het lot van de vele slachtoffers van de cholera-epidemie.

Luister hieronder naar de podcast van Magda De Leeuw, gids in Herzele, over Rosalie Daem.

Audiofragmenten

Foto's

Reclamebanner